Lili en Marleen van Walter Van de Velde
Regisseur Aurèla Looman over het stuk:
“Een bevrijdingskomedie” door Walter Van de Velde
Zo luidt de titel van de toneelbrochure.
Ik koos dit stuk, niet omdat het een “komedie” zou betreffen (al betreft het dit alleszins). Deze ondertiteling lees ik nu pas, voor het eerst dus, sinds we enkele maanden geleden het licht op groen zetten voor dit stuk!
De titel boeide mij: twee vrouwennamen, opgesplitst, niet aaneen zoals in het wereldberoemde lied gezongen door Lale Andersen, en via Marlene Dietrich hét lijflied geworden van onnoemlijk vele soldaten tijdens W.O.II, en van de geliefden die zij achterlieten.
De auteur van het stuk interpreteert de dubbele naam op zijn manier en maakt er een liefdesgeschiedenis van, waarin één man centraal staat: Pierre, jong en idealistisch weerstander, en zo ook Lili, die ouder is, en een vaste vriend heeft, met wie zij zich vrijgevochten engageert, voor de goede zaak. Pierre (die zijn vader verloor tijdens de oorlog, vandaar zijn gedrevenheid tot “bevrijding”) kijkt bewonderend op naar deze mooie, zelfstandige vrouw, op wie hij platonisch verliefd wordt, maar het zou best méér kunnen worden tussen Lili en hem, alleen: het water blijkt veel te diep...
Tegelijk is er Marleen, een verre verwante. Zij is de onschuld zelve, en ontroerend verliefd op bovengenoemde knappe lange jongeman, zoon van Lisa, de zus van Rik, die vader is van de even beeldschone als oppervlakkige Nieke. Nu wordt het even ingewikkeld! Laat ik mij beperken tot het schetsen van een leefwereld waarin – in oorlogstijden – mensen elkaar helpen, inzonder familieleden: “samen sterk”!
Pierre weet niet goed wie te kiezen: Lili of Marleen?
Als achtergrond bij deze verscheurende keuze figureren tal van mensen, die min of meer onder één dak wonen, noodgedwongen. Ik zei het al: Rik, de commerçant, met zijn wilde dochter Nieke, met zijn zus Lisa, moeder van Pierre. Lisa is een moederlijk-bezorgde, lieve en ingoede vrouw, die het ook opneemt voor het verre nichtje Marleen, en voor twee armoedige revue-artiesten, Jef en Ida, die Rik’s café – De Bonte Koe – geregeld komen opvrolijken met hun sketches en gezang, bijgestaan door accordeonist Maurice. Dan is er nog Stavros, een Griek die jaren geleden aanbelandde in ons land, in Schellebelle meerbepaald (!), door Rik steevast “vuile Turk” genoemd.
Tot slot krijgen een Duits soldaat Hans en een Engels soldier Tommie te maken met wellustige Nieke, cafédochter zonder scrupules. Zij zorgt voor leven in de brouwerij!
Gewone gebeurtenissen in het leven van gewone dorpsmensen, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, geplaatst zoals in de verhalen van mijn vader, die met mijn moeder mee instond voor de bevoorrading van de Schellebellenaren. De vier kinderen Looman hingen aan zijn lippen toen hij – aangedikt vaak – straffe oorlogsverhalen vertelde. En wij warmden intussen onze voetjes aan de Leuvense stoof, en genoten van het door ons uitgelokt verlate beduur (“Wij kunnen nog niet slapen, toe papa, vertel nog eens over de oorlog!”) en mama “beloonde” ons met nog een extra chocoboterham en een warme kop chocolademelk...
Het is absolute nostalgie die mij dreef bij de keuze van dit stuk, en evenzeer liefde voor het dorp waar ik geboren ben, naast De Bonte Koe, aan de oever van de Schelde, alwaar boten aanlegden en in oorlogstijden boter voor kolen geruild werden... Daarnaast trok mijn voorkeur voor karakterstukken mij helemaal over de streep.
In een regie van Aurèla Looman
Data
- Gala
- 07-11-2003 om 20u00
- 08-11-2003 om 20u00
- 09-11-2003 om 20u00
- 10-11-2003 om 20u00
- Voorstelling
- 14-11-2003 om 20u00
- 15-11-2003 om 20u00
- 16-11-2003 om 16u00
- 22-11-2003 om 20u00